chat-altchatcrossloginquestion-circlesearchsmileystarthumbup-downwarning
Vlaanderen
Contacteer ons
    Terug naar overzicht Stuur een e-mail

    Stuur een e-mail naar 1700, de informatiedienst voor al uw vragen aan de overheid.
    U ontvangt een kopie van uw bericht.

    Terug naar overzicht Chat met ons
    Uw chatgesprek wordt automatisch gestart zodra er een medewerker beschikbaar is.
    Even geduld, uw positie in de wachtrij wordt bepaald.

    Regeling ontslag statutaire personeelsleden

    Onderwerping ontslagen ambtenaar

    De wet van 20 juli 1991 houdende sociale en diverse bepalingen (B.S. 1 augustus 1991) voorziet in een aantal maatregelen om statutaire personeelsleden van overheidsdiensten, wiens arbeidsverhouding een einde neemt, omdat ze éénzijdig wordt verbroken door de overheid, of omdat de benoeming wordt vernietigd, ingetrokken, opgeheven of niet hernieuwd, gedurende een bepaalde periode een sociale verzekering te bezorgen die hen recht kan geven op de voordelen inzake de arbeidsvoorziening en werkloosheid, de ziekteverzekering (sector uitkeringen) en de moederschapsbescherming.

    Voor de beëindiging van de hoedanigheid van ambtenaar kan verwezen worden naar de artikelen XI 3 en XI 8 van het VPS (definitieve beroepsongeschiktheid, onregelmatige benoeming, ongewettigde afwezigheid, afzetting of ontslag van ambtswege om tuchtredenen).

    Deze aangelegenheid werd besproken op de vergadering van de PIWP van januari 1997.

    Aantal te bewijzen arbeidsdagen

    De ontslagen ambtenaar krijgt een bijzondere onderwerping:

    • aan de regeling voor arbeidsvoorziening en werkloosheid gedurende een periode die gelijk is aan het aantal arbeidsdagen die hij, gelet op de leeftijdscategorie waartoe hij behoort, moet bewijzen om gerechtigd te zijn op werkloosheidsuitkeringen:

     

    Leeftijd op de datum van de uitkeringsaanvraag Aantal te bewijzen arbeidsdagen in de referteperiode die de aanvraag voorafgaan (26 dagenstelsel)
    Minder dan 36 jaar 312 dagen (of 12 maanden) in de loop van 18 maanden voorafgaand aan de aanvraag
    36 jaar tot minder dan 50 jaar 468 dagen (of 18 maanden) in de loop van 27 maanden voorafgaand aan de aanvraag
    50 jaar en meer 624 dagen (of 24 maanden) in de loop van 36 maanden voorafgaand aan de aanvraag

     

    • aan de regeling voor ziekte- en invaliditeit (sector uitkeringen en moederschapsbescherming):

      Gedurende een periode van 6 maanden. Voor beide regelingen mag de duur van de te regulariseren periode in geen geval groter zijn dan de duur van de arbeidsverhouding tussen de ontslagen ambtenaar en het openbaar bestuur.

    Voorwaarden voor onderwerping

    De onderwerping wordt aan de betrokkene slechts verleend, op voorwaarde dat hij binnen de 30 dagen na het beëindigen van de arbeidsverhouding:

    • ofwel de hoedanigheid verkrijgt van werknemer onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 (RSZ-wet), of van mijnwerker, of van zeeman ter koopvaardij;
    • ofwel zich als werkzoekende laat inschrijven;
    • ofwel bewijst dat hij arbeidsongeschikt is volgens de ziekte- en invaliditeitsreglementering, of zich in een periode van moederschapsrust bevindt.

    Aangezien de werkgever in de onmogelijkheid is voornoemde voorwaarden na te gaan, bepaalt artikel 11 van voornoemde wet van 20 juli 1991 dat de werkgever op de laatste werkdag aan de ontslagen ambtenaar een bericht moet bezorgen over de te vervullen formaliteiten om zijn rechten te vrijwaren.

    Te vervullen formaliteiten

    Op de laatste werkdag moeten dus volgende bescheiden aan de ontslagen ambtenaar overhandigd worden:

    • formulier C.4. (ontslagbewijs);
    • attest bestemd voor de ziekte- en invaliditeitsverzekering;
    • bericht met de te vervullen formaliteiten opdat de werkgever, indien nodig, de nodige stortingen aan de RSZ kan verrichten. 

    Basis voor de berekening van de bijdragen

    De bijdragen worden berekend op basis van de laatste activiteitswedde. Dit is de wedde die de ambtenaar geniet op het ogenblik dat hij in kennis is gesteld van het beëindigen van de arbeidsverhouding en waarop uitsluitend bijdragen voor de regeling van de geneeskundige verzorging worden berekend.

    Betaling verbrekingsvergoeding

    In geval een verbrekingsvergoeding wordt betaald, telt de periode van de opzegtermijn die door de verbrekingsvergoeding wordt gedekt, mee voor het bepalen van het aantal te bewijzen arbeidsdagen.

    Fiscaliteit:

    Er dient een onderscheid te worden gemaakt naargelang de bruto-verbrekingsvergoeding kleiner of gelijk is aan 750,00 euro (geïndexeerd 850 euro) of meer bedraagt dan 750 euro (of 850 euro geïndexeerd).

    Bedrag is kleiner of gelijk aan 850 euro:

    Op grond van punt 21a) van bijlage III van het koninklijk besluit van 5 december 2008 tot wijziging van het KB/WIB 92, op het stuk van de bedrijfsvoorheffing, worden deze verbrekingsvergoedingen voor het bepalen van het bedrag van de bedrijfsvoorheffing als gewone bezoldiging beschouwd.

    Bij de uiteindelijke taxatie worden zij ook als gewone belast. Op de fiscale fiche 281.10 dient het bedrag als gewone bezoldiging te worden vermeld (rubriek 9 - code 250).

    Bedrag is groter dan 850 euro:

    Op grond van punt 21b) van voornoemde bijlage worden dezelfde percentages inzake bedrijfsvoorheffing gebruikt als voor achterstallen (punt 20A van de bijlage).

    Bij de uiteindelijke taxatie worden zij belast aan de gemiddelde aanslagvoet van het vorig jaar. Op de fiscale fiche 281.10 dient het bedrag vermeld te worden als opzeggingsvergoeding (rubriek 11.c - code 253).